2005-08-06 14:10
|
|
2005-08-06 14:10 |
JOURE - Slechts 24 van de in totaal 40 eerste-klassefierljeppers namen gisteravond de moeite om de wedstrijd in Joure te springen. Het was een triest dieptepunt in een verder uitstekend seizoen
De Ijeppers die er wel waren, wisten in totaal slechts vijf 17-metersprongen en vier 16-metersprongen te produceren. Ook dat was een dieptepunt. Klaas Haanstra was met 17,58 uiteindelijk de beste. Junior Ysbrand Galama presteerde met 17,52 meer dan modaal.
Die twee winnende afstanden waren de enige sprongen die voor wat tinteling zorgden. Dat de wedstrijd het aanzien, vooral bij de gebruikers van de ’grutte harte’ (de senioren A en de topklassers) nauwelijks waard was, had overigens weer eens alles te maken met het feit dat een ambtenaar van de gemeente Joure ooit bedacht heeft om de schansen recht tegenover de ondergaande zon aan te leggen. Bovendien is de laatste boom die nog voor een beetje schaduw op de grote schans zorgde door baldadige jeugd omgekapt, waardoor de koperen ploert weer hinderlijk aanwezig was.
Wel of geen gekapte boom, eenieder was het er over eens dat gisteravond voor het laatst een avondwedstrijd op de Jouster schansen gesprongen is. „As it oan it bestjoer fan it FLB leit, springe wy hjir yn ’e takomst allinnich noch op sneontemiddel. Dan foarkomst miskien ek wol dat der safolle ljeppers ôfsizze. Want it is dúdlik dat der in protte ljeppers yn it skema sjogge dat .loure dizze wike sprongen wurdt en dan sizze wy kinne no wol in wike op fakânsje’. Mar it falt net te bewizen en sanksjes kinst dan ek net oplizze“, aldus FLB-voorzitter Sjors Eiling. Dat laatste zou wel eens op zijn plaats zijn, want de doorgaans aantrekkelijke klassen van de topklassers en de junioren waren ieder met slechts vier van de acht Ijeppers belachelijk slecht bezet. Ysbrand Galama was de enige die in de voorronde het talrijke publiek wist te vermaken. Met 17,12, 15,96 en 17,52 was zijn serie voor Jouster begrippen uitstekend.
De senioren bakten er, mede door de handicaps, pas in de finaleronde wat van. De verste voorrondeafstand kwam op naam van Klaas Haanstra. Hij sprong 16,21. In de finale, toen de zon goeddeels verdwenen was, wist A-klasser Egon van Kammen de zaak met 16,70 te prikkelen. Haanstra noteerde 17,17, zag Henk Schievink met 17,09 dichtbij komen, maar maakte in de allerlaatste sprong aan alle onzekerheid een eind; 17,58.
„Ik bin al wedstriden lang de alderbéste, mar it moat der in kear útkomme. Dat wie hjoed einliks it gefal“, luidde de humorvolle reactie van de Workumer. Om daarna serieus te vertellen: „Yn ’e finale sjochst dat It wol gewoan kin op dizze skânsen. En as dy beam der stien hie, wie it al folie earder yn ’e wedstriid in stik better gien. Mar dat we hjir net mear op in jûn springe, is yndie de hêste opsje.“
Zoals bijna altijd ondervonden de jongens en dames, de gebruikers van de kleine schans, amper hinder van de zon. Hun wedstrijd was goed bezet (beide klassen hadden zeven van de acht deelnemers present) en in de breedte van redelijk niveau. Bij de jongens was .Jacob Scherjon met 15,11, voor zijn doen overigens zeer matig, de beste. Sjoukje Tjalma, die eenmaal op ’Nederlands record- hoogte’ in de pols zat maar deze scheef trok, presteerde met 14,09 zoals verwacht het beste bij de dames.
