2012-08-27 22:12 |
Jarenlang was Oane Galama een topfierljepper zónder grote titel op zijn naam.
Toen de man uit It Heidenskip vervolgens een hernia kreeg en het hele vorige jaar miste, leek voor hem in de geschiedenisboeken van de sport hooguit een eervolle vermelding weggelegd. Maar Galama keerde terug. En hoe. Met het winnen van de Nederlandse kampioenschappen bekroonde hij zijn rentree op een wijze die niemand had verwacht. En hijzelf misschien nog wel het allerminst.
Leuk meedoen, omdat hij het fierljeppen had gemist. Geen druk ervaren van het feit een van de uitdagers te zijn van de vaak ongenaakbare Bart Helmholt. Dat was kort gezegd de insteek die Galama had toen hij voor dit seizoen weer fris en fruitig aan het fierljeppen sloeg. En wie weet, als het goed zou gaan, kon Galama zich wellicht weer eens onder de topklassers scharen. ,,En dan sta je hier, na de laatste wedstrijd van het seizoen, als Nederlands kampioen. Machtig, zeker na zo’n jaar met die hernia. Ik ben superblij. Wie dit had verwacht? Ik niet, in ieder geval.”
In IJlst was de cirkel rond. In zijn derde en laatste sprong van de wedstrijd kwam Galama tot 20.63. Een pr, een verbetering ook bijna van het schansrecord. Dat staat in IJlst op 20.65. En dus wist iedereen: dat is blijkbaar moeilijk te ‘beljeppen’. Wie Galama nog van de titel wilde afhouden, zou in de finale dus van goede huize moeten komen. En al wat er kwam, geen verbetering. Alleen Bart Helmholt zat er dichtbij in zijn laatste finalesprong. Galama: ,,Ik zag hem gaan en wist niet wat ik er van moest denken toen hij landde. Gelukkig bleek het net niet genoeg, al moet ik zeggen dat ik er vrij nuchter naar stond te kijken.”
Het bleek 20.56, waarna de 45-jarige (!) Hollandse troef Theo van Kooten te water ging. Hij eindigde als derde en Galama wist op dat moment al voor zijn laatste sprong dat hij Nederlands kampioen was. Een juichkreet volgde, de handen gingen in de lucht en er wachtte nog een sprong. Een eresprong, waarbij het publiek de inmiddels naar Wiuwerd verhuisde ‘comeback kid’ zowel ervóór als erná een staande ovatie gaf.
,,Uitgerekend nu een grote titel winnen, nadat ik er een tijdlang uit ben geweest”, schudde Galama naderhand het hoofd, ,,Geweldig. Jarenlang doe je mee in de top, verwachtten mensen veel van me en lukte het niet. En nu ineens wel.”
Zo ‘ineens’ was het echter niet. Want ook de Nederlands kampioen zelf moest toegeven dat er gaandeweg het seizoen al iets begon te borrelen. Bij concurrenten, bij media, bij volgers en, vooruit, ook bij hemzelf. Namelijk dat-ie in vorm kwam, een vorm die riekte naar die van weleer. Een vorm ook die misschien wel genoeg zou kunnen zijn om een serieuze gooi naar een titel te doen.
‘Klassiekers’ als Keningsljeppen of NFM kwamen te vroeg, maar toen was daar ineens die wedstrijd in Burgum, eind juli. Galama won voor het eerst in jaren een dagtitel, verbeterde er met 20.04 een persoonlijk record dat nog uit 2007 (!) stamde. En liet zien dat er met hem rekening viel te houden voor het FK van half augustus. ,,Daar sprong ik lekker”, keek hij in IJlst terug op die titelstrijd, ,,dat was een goed teken. Maar voor dit NK was ik geen favoriet.”
Dat klopte, want die rol viel Helmholt en ook zijn Hollandse rivaal Jaco de Groot vooral ten deel. Die laatste haalde echter niet eens de finale, hetgeen ook verrassenderwijs gold voor lokale favoriet Thewis Hobma. ,,Een deceptie”, noemde de Leeuwarder zijn optreden. ,,Op je eigen accommodatie wil je winnen. En op z’n minst de finale halen. Ik voelde me écht goed vooraf. Maar het kwam er niet uit. Een anticlimax.”
Dat had Helmholt ook kunnen zeggen, aangezien hij zijn Nederlandse titel verloor. Maar de Burgumer had juist alle lof voor de prestatie van Galama. ,,Een superkampioen”, zei hij. ,,Hij was beter, ik ben op waarde geklopt. Het is mooi dat hij wint. Voor hem, maar ook voor de sport. En het is knap, gezien het feit dat hij er een jaar niet bij was.”