2014-06-24 18:00 |
Jarenlang stond Thomas Helmholt in de schaduw van de fierljepgiganten in het algemeen en broer Bart in het bijzonder.
Zaterdag klopte de Burgumer zo hard op de deur in Grijpskerk, dat hij zich met een fraai persoonlijk record van 20,60 meter pardoes bij het zwaardere geschut in de topklasse lijkt te scharen.
Helmholts nieuwe topafstand was goed voor een vreugdesprong in het Fries-Groningse grenswater én de dagoverwinning in Grijpskerk. Die kwam hem meer dan toe, ook omdat Helmholt onlangs nog de loef werd afgestoken in zowel IJlst als Winsum, toen zijn twintig meter-pr’s aldaar -respectievelijk 20,24 en 20,33 -niet goed genoeg waren voor de zege.
Het bleken met terugwerkende kracht geen toevalstreffers, maar hij was maar wat blij dat hij nu het hele veld, plaaggeest Oane Galama incluis, achter zich kon houden. Galama klopte Helmholt vorige week in Winsum en trapte in Grijpskerk ijzersterk af met een afstand van 20,47. Daar beet alles en iedereen zich op stuk, totdat de jongste Helmholt in zijn laatste finalesprong al vroeg bovenin de stok zat.
Dat was geen stijlbreuk, maar zijn uitsprong des te meer. ,,Ik heb het nooit aangedurfd om mijn benen in de lucht te gooien aan het einde van een sprong. Dat voelt heel raar en onnatuurlijk, als je zo boven het zand zweeft. Maar nu ging ik ervoor en win ik er dertig centimeter mee. Dat heb ik eigenlijk nooit geweten. Kijk, jongens als Oane trainen al jarenlang op zo’n uitsprong, maar het blijft gewoon een enge beweging. Daar moet ik overheen komen en daar helpt zo’n afstand als deze wel bij.”
Na Helmholt was alleen Galama nog eens aan de beurt, maar de Wiuwerter ging in een alles of niets-poging te water. ,,Ik heb wel gedachtdat hij er weer overheen zou gaan”, zei Helmholt. ,,Ik wil niet zeggen dat ik dat gewend ben, maar het is wel vaak zo dat als ik een lekkere wedstrijd spring, er ook een paar anderen in vorm zijn. Maar Oane sprong goed, dus dit voelt wel echt als winnen.” ,,Het voelt alsof ik dit jaar bovenin mee kan doen. Ik wil in elk geval proberen aan te haken bij de absolute top. Je ziet in de eerste wedstrijden dat je constant rond de 20,50 moet springen om een wedstrijd te winnen. Je hoort het weleens gonzen dat mensen niet meer tevreden zijn als er geen twintig meter gesprongen wordt, maar echt: dat is een onvoorstelbaar hoog niveau.”
Dat hoge niveau had Age Hulder tot zaterdag nog niet te pakken bij de junioren. De Burgumer worstelde met zijn vorm, maar beet in zijn laatste seriesprong ineens van zich af met een sprong die tot 19,75 meter reikte. Daarmee bleef hij zijn IJlster concurrent Bobby Zwaagman (17,03) ruim voor, maar -belangrijker nog zijn eigen Friese juniorenrecord van 20,05 lijkt dit seizoen binnen bereik.
,,Eindelijk”, verzuchtte Hulder. ,,Voor mijn gevoel begint het seizoen nu pas. Ik sprong eindelijk ontspannen. Met zo’n afstand schiet het zelfvertrouwen direct weer omhoog. Ik zat nu al een beetje aan dat record te denken en het moge duidelijk zijn dat ik daar dit seizoen vol voor ga.”